Voorbeeldtekst; Nadat de politie klaar is met het onderzoek, stuurt ze het verslag (het proces-verbaal) naar de officier van justitie. Die bespreekt de zaak met onder andere de Raad voor de Kinderbescherming, die advies geeft over hoe verder te gaan.

Op basis van dat advies kan de officier van justitie verschillende keuzes maken:

1. Zelf een straf opleggen

De officier kan een strafbeschikking geven. Dat is een officiële straf, zonder dat je naar de rechter hoeft. Voorbeelden zijn:

Ben je het niet eens met deze straf? Dan kun je alsnog naar de rechter om je zaak te laten beoordelen.

2. Naar de rechter sturen (dagvaarden)

Als het gaat om een ernstiger strafbaar feit, of als je vaker in de fout bent gegaan, kan de officier van justitie besluiten je te dagvaarden. Dan moet je voor de jeugdrechter verschijnen, die beslist of je schuldig bent en welke straf je eventueel krijgt.

Je kunt zelf vragen stellen aan de officier van justitie tijdens de OM zitting, bijvoorbeeld over het onderzoek van de politie en het dossier van je strafzaak. De kinderrechter krijg je niet zo snel te spreken.